Categorie archieven: Algemeen

Pierre Kemp in Villa d’Este

kemp kladje

Kladgedicht van Pierre Kemp, 10 april 1962.
Nooit afgemaakt.

Mijn lezing:

P.K. bouwt gaarne steden van gedichten.
Hij is een grote urbanist.
met [variant: en houdt van] schilderachtig groen.
Hij heeft zo enige genre’s favorieten
en bruggen [?] de kleuren rose, oranje en vermiljoen
en buigt zich over de verschieten
Hij [onleesbaar] gaarne met textielen
en wenst Maastricht spoedig 100.00 zielen
en [variant: maar] luistert graag naar [nog oningevuld] Westen
Jeux d’eau dans la Villa d’Este
van Liszt.

kemp1 (2)

Duidelijk is de verwijzing naar ‘Les Jeux d’eau à la Villa d’Este’ van Franz Liszt, hier te beluisteren in een opname van Georges Cziffra uit 1957.

 Iets over de achtergrond van dit kladgedicht:
Op 10 april 1962, de dag waarop dit probeersel ontstond, ontving Pierre Kemp een brief van de Katholieke Radio Omroep waarin hem werd verzocht twee gedichten te schrijven die onderdeel konden vormen van een huldeklankbeeld voor burgemeester Michiels van Kessenich, die in mei zijn 25-jarig jubileum zou vieren. Kemp liet er geen gras over groeien en ging onmiddellijk aan de slag.
Vijf dagen later stuurde hij drie gedichten naar de KRO, onder de overkoepelende titel ‘Trajectum ad Mosam Dulce Sonans’.
Daarin is van de hierboven weergegeven snelle eerste aanzet vrijwel niets terug te vinden. Alleen het ‘Westen’ dat zo verweesd in het klad voorkomt, aan het eind van een nog incomplete regel. In het slotgedicht van ‘Trajectum ad Mosam’ schrijft Kemp namelijk over zijn dood en begrafenis: hem wacht niet ‘een graf in het Westen’, aan de Tongerseweg, waar zijn ouders en broer begraven liggen, maar op de begraafplaats Oostermaas.
‘Trajectum ad Mosam Dulce Sonans’ is te vinden in deel II van het Verzameld werk, p. 940-941.
Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmailby feather

Ontgroend

ONTGROEND

Kemp door Jan van Tol

Zo als op de eerste foto (gemaakt door Jan van Tol) stond Pierre Kemp erbij, in zijn eigen stuk van het Maastrichtse stadspark dat Kempland heet.

Vorige week is het door Rob Stultiens gemaakte beeld in opdracht van de Gemeente Maastricht / Peter Pluymen, daartoe aangespoord door Jet van Aalst en de Pierre Kemp Stichting, voorzichtig maar grondig schoongemaakt. Zoals te zien is op de foto’s, die ik vanmiddag heb gemaakt.

IMG_1349 (1) IMG_1344

Ik heb ook maar even Kemps achterkant gefotografeerd. Op de sokkel staat zijn gedicht

De la musique avant toute chose

Toen ik die boog daar had geürineerd
en ik het zonlicht er in ving, prees ik intens,
ver van de wijsheid, die mij was geleerd:
Wat schoon kristal is er toch in de mens!
En in extase voor het lieflijke geluid:
Welk een muziek gaat van de mens toch uit!

IMG_1345

Heel goed leesbaar is het gedicht nog steeds niet, en je moet er ook wel even voor door je knieën. Maar het groen dat de letters tot onleesbaarheid vulde is in ieder geval verdwenen.

Ik heb ook maar even Kemps rug meegefotografeerd. Ruggen waren volgens de dichter dikwijls nogal veelzeggend, zoals hij bijvoorbeeld een keer had vastgesteld toen hij op het postkantoor een tijdje voor het loket op zijn beurt moest wachten en deze gelegenheid had waargenomen om de rug van de dame vóór hem te interpreteren.

IMG_1347

Ja, wat Pierre Kemp niet allemaal zag!

 

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmailby feather

Gerard Reve en Pierre Kemp

Gerard-Reve

Gerard Reve was een liefhebber van Pierre Kemp.

Op 16 augustus 1971 schreef hij aan Simon Carmiggelt:
‘Ik ben absoluut niet op stoot. Ik schrijf deze brief met zeer wanhopige inspanning. “Met zeer zachte plof.”‘

Dat laatste was een citaat uit een gedicht van Kemp.
Reve vervolgde:

‘Ken je dat gedicht van Pierre Kemp, van kort voor zijn dood, toen hij al bijna blind was? Een jaar of wat geleden, in Tirade. “Wat is het stil in de dichterlijke straten!’ begint het, geloof ik.’

Reve moet bijzonder getroffen zijn geweest door dit gedicht, dat in november 1964, dus zeven jaar eerder, niet in het tijdschrift Tirade, maar in De Gids had gestaan. Al die tijd had hij er op zijn minst twee regels van onthouden.

Kemps ouderdomsgedicht gaat als volgt:

VERDROOGDE WAAN

Wat is het stil in die dichterlijke straten!
Er komen nog wel wangen
met vrouwenverf behangen
langs de gevels, maar de gaten
van de ogen
blijven dof.
Ik blaas naar die verf mijn onvermogen
met zeer stille plof.
Hoe kan het bloeiend leven zo vergaan
tussen de cijfers van mijn jaren met verdroogde waan?

 

kemp1 (2)

kemp2

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmailby feather

Verwacht: Geschiedenis van de literatuur in Limburg

omslagGLL 3

In oktober 2016 verschijnt bij Uitgeverij Vantilt / LGOG:

Lou Spronck, Ben van Melick, Wiel Kusters (red.), Geschiedenis van de literatuur in Limburg.

Negen chronologische hoofdstukken, van de Middeleeuwen tot 2015.

Daarin natuurlijk ook veel aandacht voor Pierre Kemp en zijn broer, de dichter en romanschrijver Mathias Kemp.
Circa 750 pagina’s, gebonden, rijk in kleur geïllustreerd, stijlvol vormgegeven door Piet Gerards Ontwerpers.

Intekenen is mogelijk.

Klik hier om de folder en het intekenformulier te bekijken.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmailby feather