Arjan Peters, de voormalige literatuurcriticus van de Volkskrant, heeft in 2021 een gedichtenbundel gepubliceerd, Belvedère, waarin hij – in de afdeling getiteld ‘Eindelijk voltooid’ – onvoltooide verzen van geliefde dichters naar eigen inzicht uitbreidt en afrondt. Een niet van zelfverzekerdheid ontbloot project (Wat denkt die Peters wel? zal Peters niet gauw denken), maar niettemin dieper gravend dan wat Gerrit Komrij op zijn flauwst presteerde toen hij in Onherstelbaar verbeterd (1981) bekende Nederlandse gedichten, van onder anderen Nijhoff, Achterberg en Kloos, parodieerde.
Onder de poëten in wier onvoltooide gedichten Peters zich inschreef, treffen we ook Pierre Kemp aan, de dichter over wie hij in zijn krantenstukken meer dan eens met sympathie en bewondering licht heeft laten schijnen.
Het oorspronkelijke, zeer korte gedicht van Kemp, dat niet meer dan drie regels omvat en door Peters werd ‘voltooid’, luidt:
Als een vogel uit een lamp gevlogen
op den tak van mijn pen,
als een vogel, die ik nog van vroeger ken.
Is dit een onvoltooid gebleven versje van PK? Dat is nog maar de vraag. Het ziet er inderdaad wel uit alsof het uit niet meer dan een onvoltooide vergelijking bestaat (wat ís dat, dat ‘als een vogel’ is? dat wordt niet uitgesproken), maar zoiets is bij Kemp niet vreemd. Je kunt hier denken aan ‘Geheimenis’, één regel langer, maar met een vergelijkbare structuur.
Geheimenis
Als een blad dat het niet zeggen kan
en toch iets weet
van daar hoog in de lucht
en dan bang is, dat het dat vergeet.
Dat wat is als ‘een blad dat het niet zeggen kan’ blijft onbenoemd. En… is daarmee een ‘geheimenis’.
Peters heeft Kemps ‘Als een vogel uit een lamp gevlogen’ overgenomen uit het bundeltje Kleine avond. Gedichten uit de nalatenschap, dat ik in 2007 samenstelde voor de Atalanta Pers in Baarn. Hij maakt er dit van, waarbij de vetgezette regels dus uit zijn eigen koker komen.
Lichtje
Slaperig wuiven de seringen
met paarse handjes naar de regenbogen
die het avondblauw bezingen.
Verkleind is het licht naar binnen verhuisd.
Als een vogel uit een lamp gevlogen
op den tak van mijn pen,
als een vogel, die ik nog van vroeger ken.
Niet slecht, deze nu expliciet gemaakte vergelijking, waarin het ‘verkleinde licht’, het avondlijke licht, naar binnen is verhuisd, de kamer van de dichter in.
Het is, eerlijk is eerlijk, zelfs een mooie regel, dat Verkleind is het licht naar binnen verhuisd.
Arjan Peters: Belvedère. Uitgeverij Oevers. Zaandam, 2021.
by