De maand december begint altijd met een vrolijke herinnering, namelijk de verjaardag van Pierre Kemp. Op 1 december denken we altijd aan hem en zijn werk. Deze keer mogen we een gastbijdrage plaatsen van Mattie Jeuken, pastor van de Onze Lieve Vrouw van Lourdes, Wittevrouwenveld en Wyckerveld te Maastricht.
Het bestuur van de Pierre Kemp Stichting is hem zeer erkentelijk voor deze bijdrage.
Door Mattie Jeuken

Mijn eerste kennismaking met Pierre Kemp is al van lang geleden in de tijd van mijn middelbare school, toen ik op kostschool zat in Tilburg en wij ergens op zolder boeken vonden. Eentje was een verzamelbundel met gedichten en daarin waren enkele gedichten van Pierre Kemp opgenomen.
Een van die gedichten van hem heb ik ooit gestuurd naar iemand die ik op de Pax Christi-voettochten in Den Bosch had ontmoet en laat dat nu net een gedicht zijn dat heel veel later door Wiel Kusters werd geciteerd, toen deze bij ons in de parochie een lezing kwam geven over Pierre Kemp.
Wiel was daar speciaal voor uitgenodigd omdat Pierre Kemp op de begraafplaats van onze parochie begraven ligt. Dat is de begraafplaats Oostermaas, eigendom van de parochie Onze Lieve Vrouw van Lourdes te Maastricht.
We vonden het een goed idee om zo aandacht te vragen voor de begraafplaats Oostermaas, dat toch echt een bijzondere begraafplaats is, mede omdat Pierre Kemp er ook begraven ligt. Dat Kemp juist op deze begraafplaats rust, is ook bijzonder op zichzelf.
Deze beroemde Nederlandse dichter en winnaar van de P.C. Hooft-prijs ligt namelijk niet begraven op de grote, monumentale begraafplaats aan de Tongerseweg, maar juist hier aan de andere kant van Maastricht, waar vermoedelijk niet zo veel mensen Pierre Kemp zullen kennen en waar we weliswaar ook veel monumentale grafmonumenten hebben, maar dan toch van een iets andere orde dan die aan de Tongerseweg.
Hier vind je veel grafmonumenten van reizigers, Sinti en mensen die leefden in woonwagens. Weinigen zullen bijvoorbeeld weten dat Heinrich Steinbach, de vader van het meisje dat het icoon werd van de Jodentransporten van Westerbork naar Auschwitz, Settela Steinbach, ook op Oostermaas begraven ligt. Hij overleed in 1946, 44 jaar oud. Naar men zegt van verdriet omdat zijn vrouw en nog 4 andere kinderen in Auschwitz waren vergast.
Pierre Kemp werd er begraven omdat hij aan de Oostkant van Maastricht woonde, aan de “overkant” van de Maas. Wie daar woonde, werd begraven op Oostermaas, tenzij je natuurlijk van (een van de voormalige kerkdorpen) Limmel, Amby, Heer of Heugem was, want bevinden zich ook begraafplaatsen, kleiner dan Oostermaas en van gemeenschappen die pas later bij de gemeente Maastricht zijn gaan horen.
Pierre Kemp heeft een heel eenvoudig graf met platte steen met daarbij zijn geboorte- en sterfdatum (*1-12-1881 †21-7-1967), samen met Hubertina Mommers (*22-12-1881 †23-8-1973), zijn echtgenote en een kort vierregelig gedicht:
Een licht zou mij even kunnen bekoren
Al is dat niet zo kort,
Als liever een klank die iemand kan horen
Telkens als het middag wordt.
Behalve dichter was Pierre Kemp ook schilder. Zo is hij na de basisschool zelfs begonnen als schilder bij de Société Céramique, totdat hij in de loonadministratie bij de steenkoolmijnen Laura en Vereniging te Eygelshoven ging werken en elke dag van Maastricht met de trein op en neer ging naar Eygelshoven, een reis die net lang genoeg duurde om een klein sensitief gedicht te schrijven.
Zien en horen, licht en klank, kleur en woord, schilderen en schrijven, kwetsbaar en broos, fijnzinnig en zachtaardig, dat was ook het ene gedicht dat Wiel Kusters voorlas tijdens zijn voordracht in de Lourdeskerk en ik droomde weer weg en zag me zelf lopen over ’s Herenwegen, onderweg, steeds weer verrast door kleine dingen in een grote en soms te grote wereld en dromend van vrede omwille van alles wat weerloos is en van waarde.
Excuse
Ik ben niet gekomen om er te komen,
ik ben er maar zo’n beetje heengegaan,
omdat langs de weg zulke hoge bomen
boven zulke kleine bloempjes staan.
Maar nu ik hier sta, nu …. ik erken,
dat ik werkelijk gekomen ben
Wiel Kusters las nog een ander gedicht voor:
Geheimenis
Als een blad dat het niet zeggen kan
en toch iets weet
van daar hoog in de lucht
en dan bang is, dat het dat vergeet.
Niet alleen hoop ik dat Pierre Kemps gedichten nog lang gelezen mogen worden, maar ook dat hij als mens niet vergeten wordt, ook al is hij gestorven. Bovendien hoop ik ook dat wij nog lang zijn graf kunnen blijven bezoeken op Oostermaas en als we daar dan zijn, ook nog even een kaarsje opsteken in de kapel, gemaakt van hout afkomstig van woningen die in het Wittevrouwenveld werden afgebroken vele jaren later na de dood van Kemp.
Een kapel gebouwd met een zelfde fijngevoeligheid, speelsheid, broosheid, tederheid en kleur als ook de gedichten en schilderijen van Pierre Kemp laten oplichten.
Overigens is de kapel gebouwd als een zevenhoek en nog steeds niet af, maar geldt dat ook niet voor een goed gedicht, dat het niet af is, omdat het gelezen wil worden en steeds weer opnieuw geduid en gevonden wil worden, als het ware herboren worden doordat het opgenomen wordt in een verhaal, getekend met woorden, die zelf door het gedicht zijn opgeroepen?