Vandaag op 1 december vieren we de geboortedag van Pierre Kemp (1886-1967). Dat er nog steeds levende belangstelling is voor zijn persoon en werk, blijkt ook uit het feit dat hij opgenomen is in de Delpher beeldbank Het Geheugen.
Het dichtwerk van Kemp blijft, ook voor wie er al langer mee bekend is, iets wonderlijks hebben, een bepaalde vreemdheid die poëtisch is omdat men er niet aan went.
Neem je bijvoorbeeld zijn bundel Stabielen en passanten ter hand (ook wel zijn “tweede debuut” genoemd, dan opent deze bundel met dit korte, ietwat mysterieuze gedicht, waarin je wat expressionisme proeft, misschien ook wel een beetje Jan Engelman, maar door de combinatie en de gebruikte “verfdoos” toch onmiskenbaar Kemp:
AKTE VAN BEROUW
Is het niet de dichter die ‘dwaas’ met verf doet, maar daar het kleurrijkste palet uit weet te scheppen?
De appels slapen in het blauwe licht.
Er roert geen kind meer aan de witte winde.
De ziel beschildert nu haar grijs gezicht
en vraagt: hoe God haar nog zal vinden
en of Hij niet verstoord zal langs haar gaan,
omdat zij heeft zoo dwaas met verf gedaan.
Dat de dichter dwaas of ‘overal gek’ is, zal hij overigens niet ontkennen, het is bron van zijn lyrische inspiratie, die gelegen is in een zekere onbevangen uitbundigheid:
by